Aan de voorzijde van de boerderij in de middenbeuk is het woonvertrek, afgescheiden van de stal door de brandmuur. Deze ruimte werd voornamelijk ‘s winters gebruikt. ‘s Zomers leefde, werkte en sliep het boerengezin op de stal.
Tegen de achterwand van de middenkamer ziet u de grote schouw waar oorspronkelijk een open grondvuur brandde. Die wand waartegen het vuur brandde wordt de brandmuur genoemd. Naast of onder de schouw bevond zich vaak de bakoven. Gezien een vlak stukje afdekking links boven in de grote schoorsteen, verwachtten we bij de opgraving restanten van de fundatie van een oven te vinden. Tot ieders verrassing werden achter de brandmuur scherven van een aspot (zie vitrine) en een fundatie van, vermoedelijk, een oven gevonden en niet aan deze kant. Mogelijk is er zowel voor- als achter de brandmuur een oven geweest, al of niet gelijktijdig. In de linker zijwand van de schouw is een stuk hout (restant van een balk of een kozijn?) gevonden, dat mogelijk later ondermetseld is (andere steen, andere voeg). Het hout lag ongeveer op gelijke hoogte als de houten balk aan de rechter zijkant van de schoorsteen.
De brandmuur en de stookplaats behoren tot de oudste delen van de boerderij. Aanvankelijk werd er gestookt op de gietijzeren stookplaat met een asopening in het midden. Het grondvuur is oudste manier van verwarmen. Er werd ook gekookt boven dit vuur, in een kookpot hangend aan een haardhaal of ketting óf staand op een treef. Het stoken van het open vuur tegen de stenen muur gaf op den duur een dikke laag roet, dat nauwelijks te verwijderen viel. Zodra er tegels beschikbaar kwamen en men het zich kon permitteren werden bij propere boerinnen wandtegels heel populair. De meestal gekleurde tegels werden tegen de achterwand van de schouw geplaatst. Soms werden ook grote delen van de wanden betegeld. Ter bescherming van de tegels werd vaak een ijzeren haardplaat tegen de muur geplaatst. Na verloop van tijd, bijvoorbeeld als de middelste baan vergaan was door de hitte van het vuur, werd in het midden een zogenaamde roetbaan aangebracht. Daarvoor werden schildpadtegels gebruikt, bruin-zwart gewolkte tegels waartegen het roet van het vuur veel minder opviel. Bij deze haard is een variatie op de donkere roetbaan gemaakt, zoals in de afgebroken boerderij Gijbelandsedijk 119/120 aanwezig is geweest. Bij jongere tegelwanden werd deze roetbaan met de haardplaat vaak direct al aangebracht. Naast de roetbaan zijn twee mangaankleurig pilasters met dierfiguren en druiventrossen te zien. De blauwe diertegels die aan weerskanten hiervan in de witte tegels zijn verwerkt, zijn afkomstig uit deze boerderij. Zij vormden een plint (of de onderste rij van een betegelde -3- wand) in deze kamer. Doordat een betonvloer in de middenkamer was gestort, was deze rij nog wel aanwezig, maar helaas in gruzelementen. De tegels zijn gerepareerd en herzet in de schouw. De rest van de aanwezige tegels is geschonken, in grote en kleine partijen. De tegels in de schouw zijn heel verschillend van leeftijd, maat en dikte. In authentieke tegelwanden in de Alblasserwaard komen ook heel vaak tegels van verschillende ouderdom voor. Materialen die nog goed waren, werden altijd hergebruikt. Op de linker wand onder de schouw ziet u een drie tegels uit verschillende perioden. Voor datering van tegels, zie ook de kleine vitrine. De tableautjes van de handelaar met koe en – met paard in de achterwand, het tafereel over de dood op de linkerzijwand en de mangaankleurige tegels tegen de rechter zijwand zijn 19de eeuws. Met elkaar is het een goed geheel geworden. Meer over de tegels in het infoboekje.
Kachels zijn een veel jongere warmtebron, zo tussen 1800 en 1850 deden die snel opgang. De onderkant van de schoorsteen werd dicht gelegd en een schoorsteenpijp voerde de rookgassen de grote schoonsteen in. Dit moet een enorme comfortverbetering zijn geweest, de warmte bleef nu binnen. Hier staat onder de grote schouw staat, vóór de ijzeren stookplaat van het grondvuur, een plattebuiskachel opgesteld.
Bij de sloop zijn met name ter plekke van de schouw zeer oude bewoningssporen gevonden, mogelijk van een voorganger van deze boerderij. In de brandmuur zijn aan de stalzijde, nu kinderdagverblijf, nissen gevonden. Deze nissen duiden op een periode voor 1600, mogelijk zelfs middeleeuws. Dat is dus ouder dan het algemeen aanvaarde beginpunt van de verstening van boerderijen in deze streek. Waarvoor dienden de nissen? Zijn het kaarsnissen? Er zijn totaal geen roetsporen in de kalklagen gevonden, dus hebben er geen kaarsen gebrand. Zijn het dan beeldnissen? Dat zou ook kunnen, maar waarom zouden aan de stalzijde beelden staan? We weten het niet. De maat van de nissen (de hoogte is ruim 60 cm) is groter dan de tot nu toe bekende nissen.
Bij de brandmuur is een scherf gevonden van een vuurdover met Kerbsnitt versiering, voorlopige datering 13de/14de eeuw! De scherf ligt in de kleine vitrine en zie ook het verslag van het archeologisch onderzoek in het infoboekje.
In een latere periode is aansluitend aan de schouw tegen de gehele rechterzijwand een houten wand gemaakt met kasten en bedsteden. Bij de aansluiting van deze wand aan de schouw is een klein gedeelte van de schouwlijst die op de boezembalk is geweest teruggevonden. Het is een heel bijzonder en uniek stuk werk van een heel vakbekwame timmerman en nog niet eerder in de streek gezien, namelijk een rijk -4- geprofileerde eiken lijst, ingelegd met zeer dun ebbenhout en met houtsnijwerk, vermoedelijk 17 eeuws. In de afdekplank zijn verschillende groeven aangebracht waarin borden kunnen worden gezet. Het gevonden gedeelte van de schouwlijst ligt in de kleine vitrine. De lijst is na vergelijkend onderzoek, gereconstrueerd.
Wat ontbreekt bij deze haardpartij zijn één of meerdere bedsteden. Oorspronkelijk zijn die vrijwel zeker aanwezig geweest naast de haard. Dit is namelijk de enige plek in de boerderij die in de winter nog een beetje warm was. Misschien heeft de lage nis aan de rechterkant daar nog iets mee te maken want waarvoor deze nis diende, is ook nog onduidelijk. Het is erg laag voor een bedstee. Maar de brandmuur is ouder dan de opzet van de huidige boerderij, misschien lag de vloer bij een voorganger lager, ook dit is weer niet met zekerheid te zeggen.