Ga naar de inhoud

Lopen we naar de voorkant dan zien we eerst de sculptuur van de beeldhouwer/zilversmid Paul Pallandt. Dit is aangeboden door de voormalige gemeente Graafstroom ter gelegenheid van de officiële opening van de boerderij op 16 september 2006. Het beeldt uit ‘Groot en klein, samen onder één dak’. Dit doelt op de nieuwe bedrijvigheid die in en om de boerderij en bijgebouwen is ontstaan.

Stoep

De voorzijde van de oude boerderijen ligt aan het water. Hier ligt vrijwel altijd een stoep: de boenstoep. Een stoep met een bankje, zoals hier te zien is, kwam niet veel voor. Als voorbeeld heeft gediend een afbeelding van een stoep bij een afgebroken boerderij aan de Graafstroom ter hoogte van de Zeemansweg in Bleskensgraaf. Deze stoep is geschonken door het Project Restauratie Kleine Monumenten van de Historische Vereniging Binnenwaard. Heeft u interesse in een stoep, neem dan contact op met de werkgroep via de Historische Vereniging Binnenwaard.

De boenstoep

Op de stoep werd hard gewerkt. Het melkgerei werd hier dagelijks schoongemaakt, maar ook de vaat gewassen, de was gespoeld en ander voorkomend schoonmaakwerk gedaan. Schoon water bij de stoep was dus erg belangrijk, het water werd daarom goed op diepte gehouden en met houten latten in het water werd een vak vrij van kroos gehouden. De houten stoepen werden één keer in de week wit geschuurd met zand en kalk. Eerst werden de klompen onderhanden genomen, die moesten immers met de zondag ook mooi wit zijn. En daarna was de stoep aan de beurt. Om de boerderij zijn vaak verschillende stoepen te vinden.

Bij de boenstoep zagen we vaak kousenmikken of klompenmikken. Dat kan een geschilde Y-vormige wilgentak zijn, maar ook de plaatselijke timmerman maakte hiervoor wel speciale rekken. Hierop werden de dikke wollen kousen gedroogd of de klompen opgehangen.

Voor de boerderij staan leilinden op het zuiden. In de zomer, vol in het blad, vormen ze een natuurlijke zonwering. In de winter belemmeren ze de lichtinval nauwelijks.

De klompenmik

De linden staan in het grint, dat was tot de helft van de vorige eeuw een luxe verharding op het platteland. Meestal lag er alleen een klein randje biggels vlak langs het huis en bestond de verharding van de paden alleen uit aanstampte grond dat, ook al op de zaterdagmiddag, in patronen geveegd werd. De latere grinderven zijn nog lang op de zaterdagmiddag gekluiterd. Op een warm en zonnig plekje staat een bank. Veel tijd om buiten te zitten was er niet, misschien even om de kousen te stoppen of bonen te haren.

Locaties QR-codes buiten