Bijna altijd bevinden kelders zich aan de oostkant van boerderijen. Die zijde blijft in de zomer het koelst omdat daar alleen ’s morgens de zon op staat. Kelders van de oude boerderijen zijn niet diep aangelegd en bleven in het algemeen boven het grondwater. Door de dikke muren bleven ze toch heel lang koel. De oude kelder is begin jaren vijftig weggebroken en hoe deze eruit gezien heeft, was niet meer uit mondelinge overdracht of het bouwkundig archief van de gemeente te achterhalen. De vorm en indeling van deze kelder zijn gebaseerd op de gegevens van het bouwhistorisch onderzoek: – Bij de sloop zijn sporen van de aanzet van de togen gevonden, de hoogte van de toog werd bepaald door de deur naar de opkamer en de plaats van de vloeddeur. – Ook de hoogte van de wanden en plaats van de tussenwand (mogelijk is dit een doorgebroken oude buitenmuur) zijn hierdoor bekend geworden. Het stenen trapje bij de keuken is gemaakt zoals het bij opgraving van de fundamenten teruggevonden is.
Op de vloer liggen rode plavuizen, de voegen zijn witgeschilderd zoals dat na de grote schoonmaak gedaan werd. – Aan de rechterzijwand is een trapje gevonden bekleed met rode plavuizen, zeer waarschijnlijk van een kelderingang vanuit de middenkamer. De kelder werd, naar we aannemen, (tijdelijk) gesplitst gebruikt. – De plavuizen op het trapje waren beschilderd met het hier getoonde motief en ook was deze beschildering van de plavuizen te zien in de zuid-oosthoek van de oostelijk kelder. Of dit om een bepaalde reden gedaan werd, weten we ook weer niet. Als iemand dit herkent, dan horen we dat graag. – In de kelderkozijntjes zitten de zogenaamde diefijzers, die waren te zien op oude foto’s. Ook de plaats van de kelderkozijntjes was nauwkeurig te bepalen. In de kelder werd een deel van de wintervoorraad bewaard. De ene helft van de kelder is ingericht als voorraadkelder.
Een oude manier van conserveren is inleggen in zout. Groenten zoals bonen, kool, andijvie gingen in het zout in de Keulse potten. Een doekje en een plankje erop om het geheel af te dekken en een zware kei als gewicht. En o wee, als je het doekje vergat uit te spoelen! Glibber en griezelen was het gevolg. Hammen van het slachtvarken werden bewaard in een katoenen zakje in een ton met poederkalk. Daar kwam geen ongedierte meer bij. Niet alles zal even perfect bewaard gebleven zijn met deze oude methoden. Later, in de jaren twintig van de vorige eeuw, werd wecken snel populair mede door het Landbouwhuishoudonderwijs voor meisjes. De glazen potten gevuld met kleurige groente, fruit en vlees zijn de trots geweest van menige boerin.
Melk is een kort houdbaar product. Om de grote hoeveelheid zomermelk weg te werken werd op menig boerderij kaas of boter gemaakt. In de oostelijke helft van de kelder staat kaasgerei opgesteld. Uitleg over het kaasmaken vindt u op foto’s en tekst. In de kelder trof men veelal de pekelbakken aan. Aanvankelijk losstaande houten pekelbakken, waarvan grote en kleinere exemplaren staan opgesteld. Later werden dat dikwijls grote bakken van metselwerk, die soms van binnen werden betegeld. Op planken boven de pekelbakken vond de eerste droging plaats. Het rijpen van de kaas vond plaats in een aparte kaaskamer of op de deel (kaasmaken was een zomeractiviteit, de koeien waren dan buiten). In deze kelder staat ook een grote boterkarn en verder verschillende kleinere handkarnen.
Terug naar de middenkamer en via de trap naar de opkamer.